Een actieve manier om bijvoorbeeld een taallesje af te nemen. Op verschillende strookjes papier wordt een opdracht geschreven. Bijvoorbeeld 20 vragen of zinsontledingen. De leerlingen nummeren een vel papier van 1 tot 20 die overeenkomen met de propjes. Je gooit alle propjes in de lucht en de leerlingen vangen of pakken een propje, bekijken de opdracht of vraag en vullen het antwoord in bij het corresponderende nummer. Daarna maken ze er weer een propje van en gooien ze het weer weg.
Van tevoren maak je de briefjes met vragen of oefeningen klaar zodat je die zo kunt verspreiden in het lokaal. De kinderen kunnen zelf een briefje nummeren met het aantal te maken opdrachten. Als leerkracht kun je ook van tevoren al een invulbriefje maken en kopiëren. Als de betrokkenheid verzwakt dan stoppen, niet alle vragen hoeven dan klaar te zijn.
Domeinen:
Taal
Bewegen
Aantal kinderen: klassikaal
Benodigdheden:
pen en papier
taalopdracht op strookjes genummerd papier.
Het Zweeds loopspel is een estafettespel waarbij er opdrachtenkaarten zijn verspreid over een afgesproken ruimte, zoals het schoolplein of de gangen van het schoolgebouw. De leerlingen lezen de vraag op de opdrachtenkaart en kiezen het antwoord uit de meerkeuzevragen die onder de opdrachtenkaart staan. Je kunt er ook voor kiezen dat leerlingen hun briefje op een centrale plaats laten liggen en dat ze steeds terug moeten lopen om hun antwoord op te schrijven. Dan moeten ze het antwoord onthouden terwijl ze rennen/lopen. Met dank aan juf Tara Bergsma.
Domeinen:
Taal zinsontleding
Leerlingen lopen met het boek in hun hand door de ruimte, er klinkt muziek. Als de leerkracht de muziek stopzet, blijven ze stilstaan en gaan ze in gesprek over hun boek met de leerling die het dichtst bij staat. Ieder krijgt 2 minuten om zijn/haar boek aan de ander te promoten. Na 2 minuten gaat de muziek weer aan en gaan de leerlingen weer door elkaar lopen tot de muziek stopt. Zo worden in totaal drie rondjes ‘gedanst’. Bespreek tijdens het napraten wie er nieuwsgierig is geworden naar een boek.
Domein:
Leesbevordering
Benodigdheden:
alle leerlingen hebben het boek dat ze lezen tijdens het vrijleesmoment in hun hand
Verdeel de klas over groepen van 4 tot 5 leerlingen. Vier leerlingen dragen een letter. Indien er vijf leerlingen in een groepje zitten, is de vijfde leerling de 'quizmaster'. Elk groepje krijgt 3 minuten de tijd. De quizmaster of de leerkracht leest steeds een vraag voor. De leerlingen die een letter dragen moeten in de juiste volgorde gaan staan. Elke goed gegeven antwoord levert één punt op. Welk groepje heeft de meeste goede antwoorden?
Tip: ken je dit spelletje niet? Bekijk dan even het filmpje zodat je een goede indruk krijgt van hoe het werkt.
Domein:
Taal
Benodigdheden:
Gelamineerde letters uit het 'letterpakkenspel'. De leerlingen moeten de letters om hun nek kunnen hangen zodat één letter op hun buik hangt en één letter op hun rug.